2 Chronicles 17

This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 2.Krøn. 16:14.
1
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 2.Krøn. 16:13-14.
Hij stierf in zijn eenenveertigste regeringsjaar en werd begraven in een graf dat hij voor zichzelf in Jeruzalem had laten bouwen. Men legde hem neer op een bed dat was voorzien van allerlei kruiden en speciale zalven, en tijdens zijn begrafenis brachten zijn onderdanen hem de laatste eer door een enorm vuur te ontsteken en een grote hoeveelheid reukwerk te verbranden.
2

Josafat, koning van Juda

3Zijn zoon Josafat werd zijn opvolger en hij vergrootte zijn macht tegenover Israël. 4Hij plaatste garnizoenen in alle versterkte steden van Juda, op diverse andere plaatsen in het land en in de steden van Efraïm die zijn vader had veroverd. 5De Here steunde Josafat omdat hij op dezelfde wijze leefde als zijn voorvader David en geen afgoden vereerde. 6Hij gehoorzaamde de geboden van de God van zijn vader, wat niet kon worden gezegd van de mensen over de grens in Israël. 7Daarom verstevigde de Here zijn positie als koning van Juda. Alle inwoners van Juda brachten hem geschenken en hij werd steeds rijker en populairder. 8Onverstoorbaar volgde hij de paden van de Here en hij verwijderde de heidense altaren van de heuvels en liet de Asjerabeelden uit het land van Juda weghalen.

9
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 2.Krøn. 17:9.
10
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 2.Krøn. 17:9.
11
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 2.Krøn. 17:7-9.
In het derde jaar van zijn bewind begon hij een landelijke actie om het volk te onderwijzen. Hij stuurde hoge ambtenaren als leraren naar alle steden van Juda. Onder hen waren Ben-Chaïl, Obadja, Zecharja, Netanel en Micha. Ook de Levieten werden ingeschakeld. Van hen gingen Semaja, Netanja, Zebadja, Asaël, Semiramot, Jonatan, Adonia, Tobia en Tob-Adonia, ook de priesters Elisama en Joram waren erbij. Zij namen kopieën van het wetboek van de Here mee naar alle steden van Juda om de mensen erin te onderwijzen.

12De angst voor de Here kreeg alle omringende koninkrijken in zijn greep, zodat niemand het in zijn hoofd haalde koning Josafat de oorlog te verklaren. 13Zelfs enkele Filistijnen brachten hem geschenken naast de jaarlijkse belastingen en de Arabieren schonken hem zevenenzeventighonderd rammen en zevenenzeventighonderd bokken. 14Op die manier werd koning Josafat erg machtig en hij bouwde forten en voorraadsteden door heel Juda. 15Hij beschikte in deze steden over grote voorraden en in Jeruzalem, zijn hoofdstad, was een groot leger gestationeerd. 16
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 2.Krøn. 17:15.
17
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 2.Krøn. 17:14-15.
Daarvan stonden driehonderdduizend man onder bevel van legeraanvoerder Adna. Daarnaast was er Jochanan, bevelhebber van een leger van tweehonderdtachtigduizend man.
18Daarop volgde Amasja, de zoon van Zichri en een zeer vroom man, met tweehonderdduizend man. 19Benjamin leverde tweehonderdduizend mannen, gewapend met bogen en schilden en onder bevel van Eljada, een beroemd bevelhebber.
Copyright information for NldHTB